De nachtegaal en het lijstertje(1854)–S.J. van den Bergh, J.J.L. ten Kate, Jacob van Lennep– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 63] [p. 63] De hen. ‘Kipje, kipje, wat lawaai Maak je daar met jou gekakel; Zelfs onze oude, doove Maai Schrikt van dat verbruid spektakel. Waarom maak je zoo'n geweld? Is je bak soms zonder eten? Heeft men 't water ook vergeten? Of vindt jij geen worm in 't veld?’ Jongen! wáár is 't wat ge zegt; Maar 't is 't beestjen aangeboren; Als ze een eitje heeft gelegd, Laat de kip het daadlijk hooren: Dan hoe dikwijls schreeuwt gij niet Al hebt gij niets goeds bedreven, Dat onze ooren er van beven, Hoe men 't schreeuwen u verbiedt. [pagina 64] [p. 64] Hindert u het kipje, vrind, Laat dan zijn geweld u leeren, Hoe het schreeuwen van een kind Vaak een ouder mensch moet deeren: Maar leer tevens, als ge iets doet, 't Nooit hoogmoedig uit te kramen, U voor eigen lof te schamen; 't Goede is in zich-zelven goed. v.d. B. Vorige Volgende