De nachtegaal en het lijstertje(1854)–S.J. van den Bergh, J.J.L. ten Kate, Jacob van Lennep– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 3] [p. 3] De sneeuwman. Zie zoo, mijn kleine sneeuwman, Nu ben je kant en klaar; Maar 'k heb nog wat vergeten, Een kuifjen op je haar, En dan dit korte pijpje.... Kom, open nu je mond; Kijk, kijk, je staat er heuzig Of jij er jaren stond! En had ik nu een spiegel, Dan liet ik je er in zien, En was je vast beteuterd Als laatst die kleine mien, Toen zij haar witten boezel Present kreeg van oom wout, Waaronder nu die koudkleum Al weêr haar handen houdt. [pagina 4] [p. 4] Nu, baasje, 'k moet het zeggen, Je kostte ook wát een vlijt, Eer wij je zoo ver hadden, En vrij wat zorg en tijd Een viertal blaauwe neuzen, En koonen, rood als vuur, Een heelen achtermiddag, En menig morgenuur! Als 't nu maar niet gaat dooijen, Zoo als het is voorspeld Door maarten van den tuinman, Die werkt op 't Vinkeveld! Dat zou regt jammer wezen.... Wat zeg je, bolle piet? Dan was ons werk verloren, En al de moeite om niet. Een buur die 't praatje hoorde, Zei: ‘klaas, versta ik goed, Vindt gij het zoo verdrietig Als gij vergeefs wat doet, Dan loont ge ook al de moeite, Die aan u wordt gedaan Door ouders en door meesters, Van dezen dag af aan.’ v.d. B. Vorige Volgende