Verstandhouding met de vijand(1958)–Herman van den Bergh– Auteursrechtelijk beschermd Vorige [pagina 49] [p. 49] Genoeg geslapen Binden zal ik je aan mijn harde polsen als een vlam: jou, smart van te dienen voor zotte dingen. En rennen zal ik gaan met geheven vuisten tussen de huizen der mensen. Wij hebben geslapen allen, te lang geslapen. Geslapen in 't volle licht zoals de sterren bij volle dag. Geslapen onder lampen half aangestoken, verstard in de zonnebrand en tellend het getal van onze haren en ziende groeien onze twintig nagels. Wanneer toch zullen de tuinen van de hemel wortel schieten in het vlees der mensen, in 't leven der mensen, in het huis der mensen? [pagina 50] [p. 50] Men moet niet tot zó lang slapen. Open de oogleden: met de vingers stevig uiteengedrukt als ze bezwijken willen, totdat vermoeienis totdat de kennis der dingen ze rood maken rondom, zoals die kringen om de maan als de bliksem tracht 't heelal te vierendelen. (naar Alfonsina Storni, 1892-1938) Vorige