Stenen tijdperk(1960)–Herman van den Bergh– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 49] [p. 49] Tot een tijdgenoot Vriendschap vermenigvuldigt ons gezicht maar onveranderd blijft de som der lijnen: elk samenspel van vreugden wensen pijnen staat hard omschreven als een goed gedicht. In iedere groeve valt een wetend licht dat toekomst bant, verleden laat verdwijnen: alleen het nu spreekt tartend, een vileine vrouw die op elke bladzij openligt. Wat deert het? Sinds de hemel bij het dagen begon en dichtging toen de nacht hem doofde waren wij breukloos aan onszelven trouw. Wij hopen niet meer op wat wij geloofden en wat ons rest aan hoop is, wat wij vragen te kunnen kappen als een ankertouw. Vorige Volgende