Stenen tijdperk(1960)–Herman van den Bergh– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 30] [p. 30] Bij een olm Al 't nimmer nog geziene licht... Een olm die brandt bij hoge zon is onze toorts van elke dag; bij nacht, onder de hoge maan nog altijd onze toorts. O land, levend, aan alle dingen rijk jij bent de hand die naar de top wijst en ons 't licht toemeet bij nacht, bij dag, de hand die leidt - ons leidt opdat wij waarlijk zien al dat waar onze blik naar haakt, het nest, de sidderbron, de voet die naar de bruine rots opgaat, de bloem, de wolk die wiegelt langs, het watervlak, de wind, de mier - ons leidt, opdat wij helder zien wat hij niet vindt die 't meeste zoekt, wat door ons licht niet wordt onthuld maar dat verklaart, transfigureert 't bewustzijn, en waarin verblijft de god-beweger van ons zijn, al 't nimmer nog geziene licht. Vorige Volgende