Het litteken van Odysseus(1956)–Herman van den Bergh– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 15] [p. 15] De neger Klank van gebroken dingen is 't klinken van de wereld, bitter zijn wij van hart, bitter van brein en bloed. Op ronde kreuple tafels staan de geschonden glazen, de bijna lege fles haalt schreeuwend daglicht aan. Hij is vanwaar gekomen, hij is vanwaar gevallen? - de bleekte van zijn hand is 't scheemren van den dood. De vreemdste aller kusten onder den lichtsten hemel ving 't onbekend gezicht, schiep hem tot mijn gezel. Daarbuiten gaan motoren naar 't einde van de dingen; de laffe branding brult een buitenaards akkoord. Voelt hij mijn doodsgedachten? - zijn blik is nog onzichtbaar, ik weet niet of hij ziet, ik zie niet wat hij denkt. [pagina 16] [p. 16] - Oh negro oh negrito - zijn blote voeten stampen onder de lage stoel een vege slavendreun. - Oh negro oh negrito - ik hoor je stem die fluistert, ik zie den arm die zwaait als sloeg hij een gitaar. - Oh negro oh negrito - ik hoor je stem die aanzwelt, die gorgelt tot een lied in taal die ik versta: ‘Waar ginds staan op den heuvel de hutten aan den hemel gaan mensen in de rij, gaan kindren rose en zwart: daar trilt in oceaanwind het plaatdak van de negers, zij dragen 't olieblik met water voor het maal. Oh negro oh negrito de koffie der plantage wordt zwart in 't rode vuur en reist den aardbol om. De kindren worden groter en zwart in 't rode leven gaan zij met zere voet de reis der koffie na. [pagina 17] [p. 17] Zij reeknen op een vader, wij zoeken naar een broeder en onze kindren gaan oneindig voor ons uit, gaan naar de stoute kusten en dansen trotse dansen op 't voorplein der fabriek, het steen van 't kustcafé.’ - ... Hij legt zijn nog gedroomde speelhanden om de tafel de deur die openwaait laat oude geuren in: geur van verwelkte dingen is 't geuren van de wereld, verschraald zijn wij van hart, verschraald van brein en bloed. Maar de eenzaamheid gaat over: zijn vormen worden kenbaar, opeens staat hij nabij, berooid als elk van ons. Zijn oog van mens stijgt bolrond boven het zwarte rotte oerwoud der eeuwen uit en ziet den vreemdling aan. Vorige Volgende