Briefwisseling en aantekeningen. Deel 2

(1976)–Willem Bentinck– rechtenstatus


541 Charles Bentinck aan Willem Bentinck [B.M., Eg. 1728]
3 oktober 1749Ga naar voetnoot1) On n'avançoit point dans l'affaire dont WartenslebenGa naar voetnoot2) a la direction à AmsterdamGa naar voetnoot3), de sorte qu'on a changé de batterieGa naar voetnoot4). Il faudra voir si l'on réussira mieux à faire quelque capture, mais je crains fort, qu'on ne se joue à plus fin que soi. On va, je crois, publier au premier jour l'amnestieGa naar voetnoot5), il faudra après cela tenir l'ordre fermement impartialement, ou le remède pire que le mal. Je vous prie d'assurer de mes respects le comte d'Uhlfeld, s'il ne m'a pas encore oubliéGa naar voetnoot6). Mandez-moi comment se conduit le majorGa naar voetnoot7), que je salue.	voetnoot1) Deze brief is waarschijnlijk in Den Haag geschreven. voetnoot2) Archives IV, I, p. 395, 397. voetnoot3) De samenzwering tegen de Prins en de Republiek. voetnoot4) Zie Archives IV, I, p. 397. voetnoot5) Op 1 oktober 1749 besloten de Staten van Holland tot een generale vergiffenis van misstappen, welke tot dusverre bij de troebelen in de Hollandse steden begaan waren. Dit plakkaat in Ned. Jb. 1749, p. 859 vlg. voetnoot6) Zie Bentinck I, p. 7. voetnoot7) Pallardy.