Briefwisseling en aantekeningen. Deel 2
(1976)–Willem Bentinck– Auteursrechtelijk beschermdAmsterdam, 10 januari 1749Ik ben voorneemens geweest, heede over te komen, maar heb het niet kunnen schikken, maar hoop over agt dagen mijn opwagting bij U.H.Ed. te maeken. Twijffele niet, off suld dan nog in Den Haag sijn en anders bidde het mij te melden, dan sal soo veel te eerder over komen. Egter, soo het mij gepermitteerd is, te segge, oordeele noodsaekelijk U.H.Ed. nog deese maand uijt in Den- | |
[pagina 271]
| |
Haag blijfft, tot dat de nieuwe regering alhier aangesteld is, waarop seer aan sal komen, na de sin van S.H. word geschikt, ook voor in 't gevolg. De burgemeester Van CollenGa naar voetnoot1) versoekt sijn demissie off ontslag. als raad van deese stad. Men weet daarvan geen regte reeden, als alleen dat men meend sijn zoon in de plaats als raad sal versoeke aangesteld word, waarover apparend aanstaande maandagGa naar voetnoot2) sal gedisponeerd worden. Het is een braaff persoon, de jonge Van Collen, waar op niets te seggen vald; ik heb evenwel niet wille manquere, U.H.Ed. kennis te geven, om het aan S.H. te communiceere, off die daeromtrend eenige andre dispositie gelieffde te maeken off te recommandeeren, maer dan moet geen moment versuijmd worden. |
|