Briefwisseling en aantekeningen. Deel 1
(1934)–Willem Bentinck– Auteursrecht onbekend15 Augustus 1747.Den Heer Grave van Sandwich uit Engelland te rug gekoomen zyndeGa naar voetnoot3), en aan Syne Hoogheid gecommuniceert hebbende, dat op de propositie en i(n)stantien door Syne Hoogheid gedaan, tot het overneemen van een corps | |
[pagina 291]
| |
van 30.000 man Russische trouppes in dienst van de Zee-Mogentheeden, zyne Majesteit geresolveert had, ordre te senden aan desselfs Ministre in Rusland, om de negotiatie over de voorz. 30.000 man te entameeren, sonder die egter tot een finaal besluyt te brengen, voor dat gesien soude wesen of het Hoff van Vrankryk eenige Conditien soude proponeeren, op welke men in een Vreedens-onderhandelinge sal kunnen koomen; en daarby gecommuniceert hebbende, dat Syne Majesteit reflexie gemaakt hebbende op de ouverture van het Hoff van Vrankryk, om de onderhandeling over de herstelling van de Vreede te hervatten, hem Grave van Sandwich gelast hadde, om wanneer een naader antwoort van Vrankryk soude ingekoomen zyn, zich te begeeven na Maestricht om met de gevolmagtigde van Vrankryk daar over te confereeren, en te handelen, met byvoeging, dat in Engelland ten hoogsten geapprehendeerd wierd het gevaar waar in de Republicq soude kunnen vervallen, indien het beleg van Bergen op Zoom een ongelukkighe uytslag mogte hebben, dat men aldaar in begrip was, dat de Republicq sodaanig was uytgeput, dat het werck niet langer gaande soude konnen houden, en dat men daarom serieus bedagt moest zyn, om soo het mogelyk was, hoe eerder soo beeter uit de tegenwoordige troubles te geraaken; heeft Syn Hoogheid niet kunnen nalaaten syn uyterste surprise te toonen over het geen door gemelde Lord Sandwich aan hem is voorgekomen, aan de eene kant considereerende, dat te willen uijtstellen het neemen van mesures, om sig na behooren te wapenen, van de allergevaarlykste consequentie is, soo lang men niet verseekert is van de opregtheid en goede will van Vrankryk om te koomen tot de Vreede, en daar men genoegsaam mag vast stellen, dat men tot geen goede Vreede kan geraaken als door het toonen van vigeur, en bereidheid om den Oorlog des noods zelfs in een volgende Campagne voort te setten; en aan de andere kant niet kunnende overeenbrengen met de maximes, die men tot nog toe heeft gevolgt, dat een negociatie met het Hof van Vrankryk door een ministre van Groot Brittannien afsonderlyk, schoon met communicatie van (lees: aan?) de Geallieerden, soude werden voortgeset. | |
[pagina 292]
| |
En heeft Syn Hoogheid vervolgens van de uitterste noodsaekelykheid geoordeelt hier omtrent nader repraesentatien te laten doen aan Syne Majesteit, en dewyl sulx niet soo gevoeglik door schrijven en wederschrijven kan werden verrigt, als wel door mondelinge conversatien, heeft Syn Hoogheid best gedagt, te versoeken en te committeren den Heer Bentinck, Heer van Rhoon, om ten spoedigsten een keer te doen na Engeland om soo aan hoogstgedagte Syne Majesteid, als aan de Heeren Ministers, en daar het verder van dienst kan zyn te vertoonen de waare situatie van saaken alhier in de Republicq, sodaanig als die tegenwoordig sich bevind, de gesteldheit van de Gemoederen, soo van de Regenten als van de Ingezetenen alhier, seedert den trouwloosen aanval van Vrankryk, de efforten, die den Staat bereydwillig is te doen, en daadelyk effectueert; en de ressources die men heeft om die goed te maaken, de importantie voor het welsyn van de Republicq, om daar in niet te verflaauwen, maar meer en meer aangemoedigt te werden, en de daar uit volgende noodsakelykheid, om zich in Engeland te determineeren, om van nu af aan middelen te beraamen met den Staat, tot het ondersteunen van dezelve in haare pogingen, en mesures vast te stellen, om den Oorlog met alle vigeur zelfs in een volgende Campagne des noods te kunnen voortsetten, sonder zich in eenige onderhandelingen met Vrankryk in te laaten, die aanleiding soude kunnen geeven om te denken, als of men buiten volkomen concert met de Geallieerden het werk van de Vreede soude soeken te bevorderen. En om vervolgens by Syne Majesteit, en de Heeren Ministers het daar heen te dirigeeren, dat van nu af aan soodanig plan van mesures werde geconcerteert, vastgestelt, en werkstellig gemaakt, waardoor met het doen van gesamentlyke efforten, de Republicq niet alleen uit hare jegenwoordige ongeleegentheid gered, maar ook den Oorlog met alle magt zelfs nog in een volgende Campagne des noods voortgeset sal kunnen werden; en nadien die voorsigtigheid niet vereyscht de ouvertures van Vrankryk tot herstelling van de Vreede van de hand te wysen, dat egter daarin niets moge werden gedaan, als met volkoomen overleg en concert met de Geallieerden, en dat van nu af aan een plan van pacificatie werde ge- | |
[pagina 293]
| |
formeert, volgens het welke de Vreedensonderhandelinge gesaamentlyk sal kunnen werden voortgeset. Werdende aan de directie van gemelde Heer Bentink, als volkoomen geinformeert zynde van de intentie van Syn Hoogheid, overgelaten om sodaanige reedenen en argumenten tot bereycking van dit oogmerk te gebruycken, als hij na sijne verkreegen kennis van saaken de bekwaamste sal oordeelen. Ende byaldien aan gemelde Heer Bentink swarigheid soude mogen voorkomen om hier in te reusseeren, ter saake dat de Republicq den oorlog tot nog toe niet gedeclareert heeft aan Vrankryk, sal hy kunnen te kennen geeven, dat by aldien Syne Majesteit de voorschreve mesures gesaamtlyk met den Staat gelieft te neemen, en daadelyk werkstellig te maaken, Syn Hoogheid kan verseekeren, dat de Republic van nu af aan de mesures heeft genoomen, om sodanige afbreuck aan Vrankryk soo te water als te lande te doen, als of dezelve werkelyk was gedeclareert; waar van geen andere bewysen noodig zyn, als het senden van den Vice-Admiraal Schrijver, om in conjunctie met den Admiral Martin te ageerenGa naar voetnoot1), de ordres voor den Gouverneur van Indien geschickt, om te gelijk met die van de Engelsche Colonien desseinen tot nadeel van den vijand te onderneemen, ende het declaratoir, het welk eerst daags aan Vrankryk op de memorie van den Heer de la Ville gegeeven staat te werdenGa naar voetnoot2). Aldus gedaan by Syne Hoogheid in 's Gravenhage den 15 Augustii 1747.
(étoit signé) Prince d'Orange et Nassau. |
|