Briefwisseling en aantekeningen. Deel 1
(1934)–Willem Bentinck– Auteursrecht onbekend
[pagina 15]
| |||||||
Dort. Voor af te moeten gaan een generale idee van de Constitutie van Europa. Dat Vrankrijk Spagnie en Beyeren, en Oostenryk te samen synde; en aan de andere kant Denemarken en Hessen Cassel met Engeland die in een oorlog met Spagnie in America ingewikkelt is, het Equilibre van Europa weg is, en wy niet in staat om het te redresseeren, dat Vrankrijk ons te magtig is, en daarom gemenageert moet werden. Maar dat wy evenwel niet moeten komen in mesures om het huis van Oostenryk te vernielen. Dat het waar is dat wij niet door hetselve Tractaat met Vrankryk verbonden syn tot de guarantie van de Pragm. Sanctie; maar dat Vrankryk hetselve gegarandeert heeft in 1737 door een Tractaat aan haar Ho. Mo. gecomomuniceert. Dat de verlegentheit daar wy nu in syn, hadde konnen werden voorgekomen, indien wy hadden willen komen in de voorslagen met Vrankryk om Engeland en Spagnien te bevreedigen. Maar dat door een Memorie van Walpole aan de R.P. die mesures waren belet. Dat Vrankrijk nog in goede dispositien is, dat sy de passagie van Spaanse Troupes door Vrankrijk geweigert heeft, en niet souteneeren sal de pretensien van Beyeren. Dat, dit soo synde, van gedagten waren dat best was het secours aan de Koninginne van Bohemen in geld te geven; aan Vrankryk en Engeland te gelyk | |||||||
[pagina 16]
| |||||||
vragen wat sy doen willen tot hulp van de Koninginne, en ondertusschen de gemeene dehortatien laten afgaan.
Haerlem. Dat reeds na rype déliberatie hierover geresolveert was, en dat men nu geen verandering most maken. Maar dat men alle devoiren behoorde antewenden by de andere Provincien die sig nog niet met het Rapport hadden geconformeert, om die te brengen in het sentiment van Holland, dat het fatsoen van de Provincie niet toeliet dat een saak in Holland geconcipieert, en ter Genlt. gematureert, aldaar wierd omvergestooten; daarom van gedagten dat men behoorde aftewagten het effect van de brief van haar Ho. Mo. aan de discrepeerende Provincien. Dat soo veel ligt niet hebben als Dort over de sentimenten van Vrankryk, dat als men geloof mag geven aan ons eigen Ambassr. aan het Hof van Vrankryk de sentimenten ver van verbetert, aldaer verergert syn. Dat volgens de advisen van Van Hoey selfs Vrankryk gedeclareert heeft geen regter te syn over de pretensien van andere Mogentheden over de Successie van Oostenryk, en niet gehouden te syn aan de garantie van de Pragm. Sanctie, terwijl het Tractaat waarby de garantie van Vrankryk gestipuleert was, niet door het Ryk geratificeert was, hetgeen was eene conditio sine qua non. Dat daerom van gedagten waren dat men by de Resolutie behoorde te persisteeren.
Delft. Dat, terwyl daar reeds op geresolveert is, en van de Resolutie ter Genlt. in de Conferentien gebruik gemaakt, en dat vanwegens haar Ho. Mo. een brief aan de discrepeerende Provincien geschreven was, om te permoveeren om sig met Rapport te conformeeren, of haar Gedeputeerden te authoriseeren om met de anderen te overleggen hoe het te schikken soude wesen, sy van gedagten waren dat men behoorde aftewagten het effect van die Brief. En soo veel te meer omdat het een quaad effect moet hebben, soo men komt te weten, dat men het hier niet eens is, of men met of sonder voorgaande communicatie van Vrankryk handelen mag met Engeland over de executie van Tractaaten. | |||||||
[pagina 17]
| |||||||
Leyden. Dat men behoorde aftewagten het effect van de Brief van haar H. Mo. aan de Provinciën.
Amsterdam. Dat afwagten supponeert dat de vergadering by malkander blyven moet. Dat sy approbeeren de gronden van het advis van de Ridderschap. Dat het fatsoen en de Digniteit van de Provincie van Holland daar by geinteteresseert is, om van die saak een afkomst te sien ter Genlt., maar dat men de andere Provincien haar vrye deliberatie niet benemen kan, dat ondertusschen de tyd verloopt, dat men daarom ...
Gouda. Dat men behoorde afte wagten het effect vande Missive van haar Ho. Mo. en dat hy sig conformeerde met de voorslag van Amsterdam om een Temperament uit te vinden.
Rotterdam. Dat de saak reeds gediscutieert is geweest, eer de Resolutie genomen is. Dat geen nieuwe redenen hebben hooren allegeeren, en daarom ook niet van gedagten kunnen veranderen. Dat het plan en de gronden waarop men totnogtoe gewerkt had, hierin bestaan, dat men nog Engeland nog Vrankryk moest offenseeren, en dat men se beyde met stilsitten offenseeren soude. Dat wel wenschten dat'er een middel-weg te vinden was, maar niet sien dat het Temperament van Amst. er een is; dat ingeval aan haar remarques kost voldoen door iets te voegen by de Resolutie waarby men te kennen gaf dat het aan Haar Ho. Mo. aangenaam soude wesen ingeval Vrankryk aan haar kant de hortatien wilde doen, en bedagt wesen op de middelen om de vreede te maintineeren, of iets diergelyks, sy daar niet tegen soude hebben, om het werk te faciliteeren en accelereeren. maar dat sy seer bedenkelyk vinden Vrankryk om raad te vragen, die niet manqueeren soude te seggen dat men malkander spreeken moet, waar door de deliberatie in longueur gebragt werd, het effect verloren, en Engeland geoffenseert; dat eer men raad vroeg aan Vrankryk men geresolveerd moest wesen | |||||||
[pagina 18]
| |||||||
om die raad te volgen, waardoor wy ons geheel dependent souden maken van Vrankryk en niets meer souden kunnen doen sonder haar permissie, dat daerom sy van gedagten dat men niet behoorde afte gaan van de gronden van de Resolutie maar daarby persisteeren.
Alkmaer. Dat men behoorde aftewagten het effect van de Brief van haer Ho. Mo.
Hoorn. Dat sy persisteeren by de Resolutie en met Alkmaer.
Enkhuizen. Met de Ridderschap en afwagten het effect van de Brief.
De conclusie alsvooren is alweer opgehouden en het Besoigne gecontinueert tot Saterdag 25 Maert. | |||||||
Continuatie van Besoigne 25 Maert 1741.Gelesen de missive van Stad en Lande tot antwoort op die van haar Ho. Mo. van 10 Maert.
Ridderschap. Dat dese deliberatie reeds te lang geduurt heeft en acceleratie vereischt. Dat de missive van Stad en Lande by haar niet veel weegt, dat de deliberatie rouleert over de executie van engagementen reeds genomen, dat over nieuwe engagementen volgens de Resolutie de vrye deliberatie blijft, dat voor het geen wy aan Hanover geeven souden, voor ons soude werden gestipuleert een reciproque secours, daar wy ons voordeel by souden vinden. Dat sy geen intentie hebben om eenige wettige reden van offensie aan Vrankryk te geven, en dat sy ook niet kunnen sien dat hier door soude kunnen geschieden. Dat selfs in Vrankryk volgens de Brieven van Van Hoey verstaan werd dat de deliberatie is over de executie van een Tractaat door drie mogentheden gesloten, waar van twee nu door de derde gesommeert worden tot voldoening van de genomen engagementen, dat al was het dat men in dit | |||||||
[pagina 19]
| |||||||
geval aan de garantie van de Pragmatique Sanctie niet verbonden ware, het Tractaat van mutueele defensie geen tegenspraak leyden kan. Dat wy door Engeland uit dien hoofde aangesproken syn, en gevraagt wat onse intentie is; dat van wegens Vrankryk niets gevraagt is. Dat het rapport op goede en solide gronden staat, en dat daerom by haer vorig advis persisteeren. Dat soo er een temperament gevonden kan werden om de discreperende gedagten en advisen te concilieeren, en niet strydig met de Resolutie, sy daar garen na sullen luisteren; anders persisteeren by haar vorig advis.
Dort. Dat het haar leed is dat men alweer delibereert over een geresolveerde saak. Dat in de laaste Besoigne de conclusie geweest is een opstel te maken om de discreperende Provincien en leeden van onse Vergadering te concilieeren. Dat sy geen Plaidoy maken willen voor de Prov. van Stad en Lande. Dat sy versoeken te weten of de Ridderschap het Temperament door Amsterdam voorgeslagen amplecteeren, dan niet. Dat de Leeden * gelieven verdagt te wesen dat wanneer de Resolutie genomen is, ook geresolveert is niets te doen ter Genlt. sonder weer hier te brengen, endat niets finaals gedecideert nog gearresteert is. * N.B. Dit absolutelyk genegeert synde, door verscheide Leeden en de extensie van de Resolutie soals die in volle vergadering gelesen was, door de PensionarisGa naar voetnoot1) Halewijn nagesien synde, heeft hij Hr. Halewijn niet gerepliceert, nog verder geadviseert.
HaerlemGa naar voetnoot2). Weeten het sentiment van Dort niet. Ridderschap wel begrepen - het object van de deliberatie over de sentimenten van de andere Provincien; het resultaat is geweest af te wagten de advisen van de Provincien; de | |||||||
[pagina 20]
| |||||||
missive considereert maar één kant. En aan de andere kant ook gesien moet werden. De gronden deselve dat men Vrankrijk nog Engeland offenseeren moet. Dat dat ons intentie is - maar de methode van Stad en Lande onmogelyk - is het mogelyk Vrankryk te vragen over genomen mesure soude (sic sonder?) Engeland te offenseeren. Trevor het secreet versocht. Sullen wy dan aan Vrankrijk vragen - middelweg in de Resolutie de eenigste is, en persisteeren by de Resolutie en te minder reden omdat er de meerderheid ter Gent. is. Is er iets op sullen er wel na luisteren. Maar het moet wesen van die natuur dat men niet van vorige gronden afgaat.
Delft. Dat de laaste maal aftewagten; dat nu Stad en Lande blyft; Utr. oock; Zeeland onbekent; vreesen dat andere blyven sal; dat men denken moet hoe een end te maken ter Genelt.; dat het een verbittering in Vrankrijk maken sal, en by de andere Provincien soo men blyft; daarom bedagt te wesen op een Temperament. Amsterdam heeft de laatste maal geopponeert, Delft niet avers. Voorslag van Delft: by de Triple Alliantie 1717 heeft Vrankrijk ons gegarandeert, nu Vrankrijk te vragen of sy willen die garantie presseeren. Uit haar antwoort sien wat sy doen wil.
Leyden. Met Ridderschap.
Amsterdam. Hoe hier aftekomen, by decisie of temperament? Advis van Ridderschap goed maar op de applicatie komt het aan. So iemand er iets op weet, niet timoureus van haar gedagten. Temper(ament) van Delft niet deugt; geen beter weten als haar eigen Temperament, bestaande in het versoek van dehortatie en concurrentie; voor haar na haar wysheit. Stad en Lande ongelyk in 2. pointen: 1. vragen voor af, 2. wagten. Soo de twee Prov. blijven staan, sullen wy besenden of overstemmen. In het laast seer veel swarigheid. Niets anders als een conciliatoir. Dat de discrepantie een Bagatelle is; dat sonder dat niets te doen sal wesen; dat se daartoekomen uit nood. | |||||||
[pagina 21]
| |||||||
Gouda. Met Amsterdam.
Rotterdam. De swarigheid op een Art. van Conciliatoir van Amst.: wat soude werden gedaan? vrees op die manier van Engd. af te raken. Malkander te verstaan. Hasarderen haer gedagten: dat van een sond(erling) effect soude syn indien Vrankrijk gelyke dehortatien geliefde te laten afgaan, en aangenaam wesen aan den Staat indien Vrankrijk doen woude het geen volgens syn wysheit best soude bevonden werden tot conservatie van de rust in Europa.
Temp(erament) Rott(erdam)(?) Rappt. 1. (Metten?) eersten ter Generaliteit concludeer(en) en aangaande de comm(unicatie) aan Vrankryk byvoegen: Dat het niet alleen van een bysonder effect soude syn. wanneer de Con. van Vrankr. gelyke dehortatien aan de Conink van Pruisen geliefde te doen maar ook ten uitterste aangenaam soude syn aan den Staat wanneer syne Chr. Maj. soude gelieven te employeeren sodanige verdere middelen als na syne Hoge Wysheit en beroemde vredelieventheid sal oordeelen te konnen dienen tot conservatie vande gemeene ruste in Europa. En dat vervolgens geresolveert, Communicatie aan Fenelon en dan met Trevor in Conferentie over de ordres in executie van het geresolveerde af te senden.
Alkmaer. Wenschen een Temperament met Amsterdam door Rotterdam gemodifieert.
Hoorn. Met Alkmaer.
Enkhuisen. 'T selfde. Op Temperament van Rotterdam.
Ridderschap pro; by beschikking en om de goede harmonie. | |||||||
[pagina 22]
| |||||||
Dort. Een afkomst goed. Soo de andere willen, ook by Rotterdam, maar wanneer sal dat gecommuniceert werden? Voor of na?
Rott. Als men het met Engeland eens is: na.
Dort vraagt Amsterdam.
Amst. dat niet vooruit moet loopen, maar wagten tot Dort, Haerlen &c geadviseert hebben. maar verklaren dat modificatiën van Rotterdam aannemen, maar geen questie voor of na. Soo smakelyk by de Provincien, word het indirect een Resolutie en dat men daarvan kennis moet aanstonts geven aan Fénelon.
Dort. Als Amsterdam, en dat considereeren als een middel om het met de Provincien te kunnen afdoen.
Haerlem. Temperament Rotterdam geeft geen atteinte aan de gronden, maar over de vraag of voor of na niet verstaan wat geuit is. Soo niet tegen de voorige gronden souden amplecteeren.
Delft. De intentie om een end te maken ter Genlt. op de een of de andere manier. Voorslag amplecteeren maar over ......Ga naar voetnoot1) begrypen dat om de Prov. te complaceeren aanstonds; hoe eerder hoe liever behoorde te werden gecommuniceert.
Leyden. Laast advis.
Amsterdam. Reeds geëxpliceert, dat om de Provincien te complaceeren &c.; dat Trevor niet tegen een historique communicatie aan Vrankrijk; Aan de Gedept. ter Genlt. laaten te schikken.
Gouda. Ad idem. | |||||||
[pagina 23]
| |||||||
Rotterdam. Met haar voorslag; over de tyd, dat de saak most eerst werden geconcludeert - anders geen sin, dat soo synde dat wy van de saak af syn.
Conclusie. Dat Rappt. ter Genlt. geconcl. met Voorslag, en dan aan Fenelon gecommuniceert hetgeen hem aangaat, en daar na aan Trevor hoe het geresolveerde werkstellig te maken. | |||||||
Holl. Continuatie van Besoigne van Saterdag 18 Maart. 28 Maart 1741.Ridderschap. Persisteeren.
Dort. Dat het different tusschen de Provincien en Holland hierin bestaat, dat men aan Vrankryk kennis en communicatie behoorde te geven, eer men met Engeland sluit. Soo dat de vraag alleen is wanneer men die kennis geven sal. Dat sy persisteeren by haar voorig advis. Maar alleen daarby sullen voegen dat wy alle wenschen de vreede, en de behoudenis van de tegenwoordige Regeering. Soo men vooraf geen kennis geeft aan Vrankryk, sal sy, in geval sy de genomen mesures niet approbeert, geirriteert wesen, en occasie hebben om de Wapenen tegen de Republiek te nemen, en dan is het met de Republiek gedaan. Dat men behoorde nog wat in te sien en het sentiment van Zeeland afwagten, dat anders de consequentien seer te vreesen syn: Dat als men de Provincien van Zeeland, Utrecht en Stad en Lande irriteerde, sy souden kunnen beletten de executie van mesures buiten haar genomen.
Haerlem. Dat sy persisteeren by haar advis van voorlede Saterdag. Dat in die saak reeds alle de menagementen voor | |||||||
[pagina 24]
| |||||||
Vrankryk getoont waren die mogelyk waren, sonder Engeland te negligeeren, met wie wy in een en het selve Tractaet verbonden syn. dat niets meer mogelyk te doen is, sonder van voorige grond af te gaan. Dat in geval men nog volgens het advis van Dort een weinig wilde wagten na de Resolutie van Zeeland daar niet tegen souden hebben.
Delft. Dat sy persisteeren by haar voorig advis. dat men behoorde aftewagten het effect van de Missive van haer Ho. Mo. aan de Provincien, dat de tyd verloopt. Dat in bedenking geven of men sig niet in omnem eventum in staat behoorde te stellen.
Leyden. Dat men behoorde aftewagten het effect van de Brief van haar Ho. Mo.
Amsterdam. Dat men behoorde de Resolutie tot effect te brengen. Dat de saak acceleratie vereischt: dat er een end van moet gemaakt werden, dat dat niet te vroeg kan geschieden. Dat Engeland, Russland en Bohemen na ons wagten. Dat het verschil tusschen de Provincien klein is en van geringe importantie, dat men haar moeste doen sien dat sy te veel vragen, en dat men haer van onse kant te gemoet wil gaan; dat sy daarom voor een Conciliatoir waren; dat terwyl de anderen Leeden styf op haar stuk bleven staan, en by haar gedagten persisteerden, sy meenden van de haare ook niet soo ligt aftegaan. Dat sy daarom voorsloegen om een temperament uit te vinden om de sentimenten van de Provincien te concilieeren, die aan Vrankryk alvorens Communicatie geven willen. Dat tot Temperament souden kunnen dienen dat men Vrankrijk versocht gelyke dehortatien te doen; dat men haar vroeg wat sy meer doen wil, en wat sy denkt dat meer door anderen behoorde gedaan te werden. Dat men op die manier niets waagt, en dat groot voordeel te behaalen is door Vrankryk niet te offenseeren. Dat er sonder expedient groote hapering ter Genlt. soude wesen maar dat men er geen amplecteeren moest, dat het werk omver | |||||||
[pagina 25]
| |||||||
stootte. Dat men de communicatie aan Fénelon en Trevor kost geven op deselve dag, en Fénelon een uur vroeger bescheiden dan Trevor. |
|