Drukfeilen.
dus te verbeeteren.
Ps: 6. |
De eerste noot in de tweede Rusting staat daar staan moest |
Ps. 14. |
De derde reegel in 't vierde vaers staat: doen, daar staan moest doet. |
Ps: 24. |
De vysde Rusting voor Instr: staat: daar staan moest |
Ps. 43. |
Vs. 3. Reeg. 1. staat: wat zy gy nu, daar staan moest: wat zyt gy nu. |
Ps. 47. |
Vs. 2. Reeg. 2. staat: dat hy niet bezind, daar staan moest: dat hy had bezind. |
Ps. 57. |
Vs. 3. Reeg. 4. staat: een' diepen kuil, daar staan moest: een diepe kuil. |
Ps. 75. |
Vs. 4. Reeg. 3. staat: t' zaamgemend, daar staan moest: t' zaamgemengd. |
Ps. 78. |
Vs. 1. Reeg. 6. staat: ons ouders, daar staan moest: onze ouders. |
- |
Vs. 2. Reeg. 6. staat: voortgezet, daar staan moest voorgezet. |
- |
Vs. 10. Reeg.6. staat: mag, daar staan moest maag. |
Ps. 79. |
Vs. 5. Reeg. 1. staat: groote, daar staan moest grootte. |
Ps. 97. |
Vs. 3. Reeg. 10. staat: aanhoord, daar staan moest gehoord. |
Ps. 104. |
Vs. 8. Reeg. 10. staat: door wriemelt, daar staan moest: daar wriemelt. |
Die goedgunstig en, te gelyk, der zaake kundig zyn, zullen de overige Feilen, 't zy van meer of minder belang dan de reedsgemelde, nu, mogelyk, nog over 't hoofd gezien, ten goede duiden of verbeeteren; te meer wanneer ze weeten dat ik, buiten de Nooten voor de Instrumenten, dit geheele Werk, naa den 6den Psalm, gants alleen nagezien, en in duurgekogten tyd, als uit den brand gehaald heb.