Davids psalmen
(1733)–Jan van Belle– Auteursrechtvrij
[pagina 378]
| |
Honderd-drie-en-dertigste PSALM; voor Instrumenten. | |
[pagina 379]
| |
Psalm CXXXIII.1.
Hoe goed is 't, en hoe lieflyk moet het toonen,
Dat broeders ook in vréde 't zaamen woonen!
Zulks is als lieflyke olie, reeds
Op 't hoofd gestort, die op den baard neêrdaalt,
Aärons baard, en verder neêrwaarts straalt
Tot op den zoom zyns priesterkleeds.
2.
Zulks is gelyk de dauw met pareldroppen
Op Hermon, als die op de spitse toppen
Van Sion daalt en zig verspreid:
Want God, de Heer, die, wat hy wil, gebied,
Gebied dat elk daar zeegening ganiet'
En 't léven tot in eeuwigheid.
|
|