Stellingen van Chris de Beet bij het proefschrift People in Between: the Matawai Maroons of Suriname.
1. Hsu's onderscheid tussen positief en neutraal ethnocentrisme is van nut voor de evaluatie van zowel het buitenlands beleid met betrekking tot ontwikkelingslanden als dat ten aanzien van groeperingen met een andere culturele achtergrond.
Hsu, Francis L.K.
1979 The Cultural Problem of the Cultural Anthropologist.
American Anthropologist 81: 517-32.
2. Het opstellen van sterftetafels van archeologische populaties (zie Swedlund and Armelagos 1976: 42-55) wordt belemmerd door de ondervertegenwoordiging van jonge kinderen, veroorzaakt onder meer door afwijkende begrafenisgewoonten en door de grotere vergankelijkheid van skeletresten van zuigelingen.
Swedlund, Alan C. and George J. Armelagos
1976
Demographic Anthropology. Dubuque: Brown Publishers.
3. Het werk van de franse structuralistische bioloog Jean Pierre Lee-Wrangler aan wie Roger Keesing een hommage geeft, heeft in Nederland nog te weinig erkenning gekregen.
Lee-Wrangler, J.P.
1971a The Larval Stage as a Liminal State: Beyond Grubbing
Empirism. Journal of Philosophical Metabiology 7: 1-27.
1971b The Next Step in Centipede Cosmology. Annals of the
March of Science 3: 44-63.
1971c Metaphor and Metonymy in Millipede Morphology. Journal
of the Mongolian Theosophical Society 114: 47-63.
Keesing, Roger M.
1973 Kwaia?ae Ethnoglottochronology: Procedures used by
Malaita Cannibals for Determining Percentages of
Shared Cognates. American Anthropologist 75: 1282-9.
4. De discrepantie tussen normen en feitelijk gedrag wordt in vergelijkend onderzoek te weinig gezien als een grootheid die covarieert met het patroon van culturele waarden.
5. Daar het niet uitgesloten is dat verkiezingsuitslagen worden beinvloed door tussentijds onderzoek naar stemgedrag, dient de contrôle hierop even serieus te worden genomen als die bij de verkiezingen zelf.
6. Het verdient aanbeveling de mogelijkheden voor de aanleg van viskweekvijvers in het surinaamse binnenland te onderzoeken.