Winterloof. Late gedichten 1884-1887(1887)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 127] [p. 127] Berusten is zoo maklijk niet. Berusten is zoo maklijk niet. Hij die niet kan, wil wagen. Hans Sukkel denkt te slagen, En Sijmen Allemansverdriet Voedt hoop van te behagen. Naar 't ‘Ken u-zelven’ hoort men niet, Maar ziet met nijdige oogen Wat anderen vermogen, Wat eer of voordeel hun geschiedt; En zou men zelfs niet pogen? 't Zichzelven wijten doet men niet, Al heeft men allerwegen Den bout op 't hoofd gekregen; Het blijft maar bij het oude lied: ‘'k Deed wijs; maar 't liep mij tegen.’ Twaalf ambachten genoegen niet, Met dertien ongelukken, Voor halzen en voor krukken; En komt het veertiende in 't verschiet: ‘Het blinde lot’, zegt blinde Piet, ‘Vervolgt mij met zijn nukken.’ 1887. Vorige Volgende