Winterloof. Late gedichten 1884-1887(1887)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 107] [p. 107] Herfstpraal. Pronk in uw najaarspracht, Goud en oranjedracht, Sieraad van 't bosch! 't Lichtgroen op 't lentefeest Is niet zoo schoon geweest, En ook uw zomerdos, Glanzig en dicht, Schitterde in 't zonnelicht Niet met zoo rijk een gloed, Als het dit herfstkleed doet - Maar wees niet trotsch! Daar hoeft geen noodorkaan Tegen u op te staan, Die u den kranke tooi Wreed van de leden scheur, Woest van de lenden vaag, Wild over 't veld verstrooi; Daar hoeft geen regenvlaag, Die al uw gloed en kleur Uitwisch, en doe vergaan 't Hachlijke mooi. Spare u geweld en macht: 't Vorstje van éénen nacht, Pronk zonder pit of kracht! Nadert u stil en zacht.... Maakt u zijn prooi. October 1886. Vorige Volgende