Leiden, donderdag 4 februari 1836
Leiden 4 februari.
Zoete vrucht van mijn bezoek van gisteren. Uitnoodiging van Van
Hengel tot een Oesterpartijtje te zijnent. Hoe spijt het mij in mijn
hart, dat ik tot hiertoe meêgedaan heb in de min eerbiedige wijs waarop
studenten zich over dezen man uitlaten.