Het dagboek van de student Nicolaas Beets, 1833-1836
(1983)–Nicolaas Beets– Auteursrechtelijk beschermdLeiden, donderdag 17 december 1835Leiden 17 Dec. Brief van HeyeGa naar voetnoot881 met uitdrukkelijke bede in de Amst. Afd. Hollandsche Maatschappij van fraaie KunstenGa naar voetnoot882 een spreekbeurt te komen vervullen, en zulks uit naam van Prof. Van Kampen. ‘Wellicht was dan daartoe de aanst. Kerstvacantie niet ongeschikt’. Maar iets oneindig belangrijkers! Hij schrijft mij: ‘ Da Costa keert tot mijn innige blijdschap in de letterkundige wereld terug. Hij heeft Voorlezingen over Nederduitsche Taal en Poëzij begonnen, welke ik een paar malen met groote belangstelling heb bijgewoond. Met groote belangstelling, zeg ik, welke tot nog toe echter meer den man dan de zaak geldt. Hij is waarlijk een φαινουμενονGa naar voetnoot883 Ik wenschte dat gij hem zaagt wanneer hij over Bilderdijk spreekt of in profetischen toon de wording der taal uit het boek der Oorsprongen, Genesis, verklaart. Ik wenschte dat gij hem zaagt, met fonkelend oog en schitterend gelaat, terwijl er een glimlach vol bitteren spot, vol verachting zoude ik bijna zeggen om den scherp geteekenden mond spreekt, wanneer hij de wereldwijsheid aanvalt, beschimpt, vaneenscheurt, verplettert. Ik wenschte dat gij den toon zijner stem hoordet, nu snijdend en vlijmend, dan krachtig en verheven, dan weder vleiend en vloeiend. In het eene oogenblik verrukte hij, overtuigde hij, sleepte hij mede en boog men zich nederig onder de kracht van zijn Genie; in het volgende maakte hij den indruk van | |
[pagina 216]
| |
een kwakzalver, die in één adem zijn wonderpoeder aanprijst, zijn ambtgenoot beschimpt en de goede gemeente doet schudden van lachen. Zooveel van den eersten indruk, welken hij op mij gemaakt heeft. Wanneer de man mij duidelijker geworden is, krijgt gij meer van en over hem.’ Soirée bij Mevr. Kneppelhout. Zij ziet dezen winter, instigante filio gallomaniaco,Ga naar voetnoot884 menschen op den franschen voet. Donderdag avond staan om de veertien dagen haar salons open voor ieder die aan haar gepresenteerd is. De eene donderdag wordt er gedanst. De andere muziek gemaakt, gedéclameerd etc. Hedenavond een avond van de laatste soort. De bloem en room der Leidsche societeit: eene élite der studeerende jeugd. In alles een veertigtal personen. Groot toilet. Schneevoogt zingt. Kneppelhout en ik declameeren. De Consul van TunisGa naar voetnoot885 is onder de aanwezigen en onderhoudt mij over het Oosten en over Italië. |
|