Leiden, maandag 15 juni 1835
Leiden 15 Juni.
Plichtbezoek aan de Mama van
Jan Kneppelhout
, van haarzelve Gijselaar. Eene wat men noemt ‘heele’
vrouw. Aristocratisch in al hare denkbeelden, kort en hard in haar oordeel. Zeer
beleefd, maar niet in 't minst affabel. Zich liever aan de maatschappij
onttrekkende dan er zich naar schikkende. Gaat nergens uit; wandelt nooit. Noch
de Leidsche sociëteit, noch de Leidsche singels hebben de eer haar te bevallen.
Tusschen de 40 en 50 jaren, naar ik gis. Felle donkere oogen; scherpe trekken;
uitdrukking van koude minachting. Uiterst fijne handen. Zeer eenvoudig maar zeer
kostbaar gekleed. Een paar modes ten achteren. Doch dit komt zoo geheel met al
het overige overeen, dat gij het goedkeurt. Gesprek over Leiden, over Parijs,
haar zoons ideaal, over de Duitschers; over Janin en Victor Hugo. Zij schijnt mij te willen doen gevoelen dat zij
deze beiden abomineert. Welk een indruk moeten haar Zoons smaak en
geestesrichting op deze Moeder maken?