Het dagboek van de student Nicolaas Beets, 1833-1836
(1983)–Nicolaas Beets– Auteursrechtelijk beschermdHaarlem, zaterdag 13 september 1834Haarlem Zaterdag 13 Sept. Mijn verjaardag. Altijd een dag voor mij van sombere overpeinzingen, ernstige gedachten. Een dag die mij veeleer weemoedig dan opgeruimd maakt. Ik ben twintig jaar oud geworden: het denkbeeld ontzet mij. Mijn kindsheid, jongelingsdagen tot hiertoe, mijn gisteren en mijn eergisteren, alles gaat mij nog eenmaal in den geest voorbij; hoop, genoegen, teleurstelling leed. De liefde, want πολλακις μοι φο̧̦ιτων το αὐτον ἐνυπνιον ἐν τῳ παρελϑοντι βιῳ (Phaidon 3)Ga naar voetnoot336 speelt een groote rol in mijn herinneringen, werkelijkheid, verlangens! O God zegen gij deze zijde van mijn leven! Ontzeg mij roem, ontzeg mij welvaart, ontzeg mij veel, ontzeg mij alles, uitgenomen eene gezegende, eene weerklankvindende, eene nooit berouwende liefde. Als ik mij daarvan het groot geluk voorstel, kan ik niet tevens aan iets bijkomstigs denken. Daarbij staat alles in de schaduw. In diepe gedachten verzonken, en met het bouwen van menig luchtkasteel bezig, doolde ik van tien tot twaalf door den Hout. Nooit herfstmorgen schooner of verkwikkender. Die wind zoo koel, zoo frisch; zoo zuiver! Ik proefde het gezonde van de lucht die ik ademde. Nu was toch wel alles genot. - En zoo was ditmaal het overige van den dag. Den namiddag en avond te Bloemendaal in mij zeer lief, gemengd gezelschap gesleten. Wij hadden 't een geruimen tijd over Walter Scott. Met dames waarin ik belangstelling [heb] spreek ik gaarne over hem. De karakters, waar zij zich voor interesseeren, de feiten die zij roemen, de passages die haar getroffen hebben, de herinnering bij uitnemendheid aan deze of gene bijzonderheid, de voorkeur die zij voor den eenen | |
[pagina 98]
| |
boven de anderen zijner romans hebben, 't geeft alles een heldere blik in haar hart, een inzicht in haar denkwijze. Zij leggen met haar inborst, haar meerdere of mindere ontvankelijkheid, laat ik zeggen aandoenbaarheid voor schoonheden van karakter, handeling, voorstelling, poëzie open. En wel mag de criticus ex professo, met de critiek van een fijngevoelig vrouwelijk gemoed zijn voordeel doen! |
|