Het dagboek van de student Nicolaas Beets, 1833-1836

Haarlem, dinsdag 2 september 1834

Haarlem Dinsdag 2 Sept.

Brief van Heye ³³⁰ met het 1ste Nommer van de Muzen .³³¹ 't Ziet er uitmuntend uit.

Ongunstig bericht omtrent Drost, met zijne groeten. In dit eerste nommer van de Muzen, 2 dichtstukjes van mij geteekend S.³³² Heye vraagt: ‘Zoudt ge Hasebroek , zonder hem te veel mee te deelen, niet kunnen bewegen Vondels Vermaking aan de Muzen aftestaan?³³³

330 Brief van Heye 1 september 1834. UBL Ltk Beets Correspondentie.

331 B: ‘Over Hemsterhuis. Bakh. brief’ [potloodaantekening].
Frans Hemsterhuis (1721-1790). Nederlands filosoof. Bakhuizen droeg aan de tweede (Beets vergist zicht) aflevering van De Muzen, pp. 97-124, het eerste stuk bij van zijn recensie op P.H. Tydeman's Proeve eener lofrede op Fr. Hemsterhuis ; het vervolg op pp. 285-311 en 379-410.
Met de aantekening ‘Bakh. brief’ doelt Beets waarschijnlijk op een passage in een brief van Bakhuizen van 22 october 1834: ‘Het spijt mij dat ik voor de uitvoerige recensie over Hemsterhuis niet tot motto gekozen heb Lucas XIV. 28. en verv. Ten minsten hoe meer ik aan dezelve werkte hoe meer en onoverkomelijke zwarigheden mij voorkwamen. Ik heb dus het vervolgen daarvan een maand uitgesteld en ben op het oogenblik bijna suf van al de historiae philosophiae die ik op het tijdvak van mijnen held heb nageslagen. Hoe er een goed einde aan zal komen doorzie ik nog niet te meer daar ik zelf met Hemsterhuis niet zoo ingenomen ben als noodig is om waardig over hem te schrijven.’ (De studietijd van R.C. Bakhuizen van den Brink, p. 116).

332 ‘O, vraag niet wat wellust de Dichter geniet’, p. 88 (ook in Dichtwerken II, p. 9); ‘Wee, wee hem’, pp. 92-93.

333 ‘Vondels Vermaking’ verscheen niet in De Muzen, maar in: J.P. Hasebroek, Poëzij , Haarlem 1836, pp. 1-18.