Het dagboek van de student Nicolaas Beets, 1833-1836
(1983)–Nicolaas Beets– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 88]
| |
Haarlem, donderdag 31 juli 1834Haarlem 31 Juli. John Lockhart's 22ste verjaardag. Groot gezelschap op Koningstein. Belangrijk onderhoud van den ouden heer L.Ga naar voetnoot306 met mij over de waarheid van den Christelijken Godsdienst. ‘Gij hebt’, zeide hij tot mij, ‘een vak gekozen, waarin gij met veel hinderpalen zult te doen hebben. Ik zelf ben tot “theologist” (sic) opgeleid geweest, en heb de zaak des Christendoms warm ter harte genomen. 't Is altijd een onderwerp mijner ernstige bemoeiing geweest te zien hoe de leer van dien godsdienst overeenkomt met ons maatschappelijk leven, en dit heeft mij steeds meer en meer versterkt in de overtuiging dat de Christelijke godsdienst alle andere overtreft. Ik ben een waar Christen. Ik geloof dat God zijn Zoon in de wereld gezonden heeft om zondaren zalig te maken; ik meen er voor mijzelven zekerheid voor te hebben, en zulks niettegenstaande ik mijn geheele leven aan Mathematische bespiegelingen en Natuurphilosophie heb toegewijd. Ik zeg u dit niet om in uw oog beter te zijn, maar alleen om u te versterken in uw Geloof, en opdat gij u ten allen tijde zoudt kunnen beroepen op een man, die een en zeventig jaar geleefd had, dikwijls te midden van ongeloovigen, en philosophen, sterke-geesten en vrijdenkers, waarvan mijn land vol is, en geen ongetwijfeld [oogenblik getwijfeld?] heeft aan de waarheid der Goddelijke openbaring, de Waarheid van den christelijken Godsdienst.’ Hij zeide dit met zooveel candeur, dat ik den grijzen man aanziende, mij diep voelde ontroeren, en de hoogachting die ik den waardigen vader dezer lieve familie toedraag, zich nog vermeerderde. Het gadeslaan eener lieve jeugdige blondine deed mij vandaag het vers schrijven aan Maria.Ga naar voetnoot307 Uw mint mijn oog, zacht vijftienjarig kind enz. |
|