Het dagboek van de student Nicolaas Beets, 1833-1836
(1983)–Nicolaas Beets– Auteursrechtelijk beschermdLeiden, vrijdag 13 juni 1834Leiden 13 Juni Vrijdag. Op 't chemisch college van Van der Boon Mesch Ga naar voetnoot274 gehospiteerd. | |
[pagina 79]
| |
23. R.C. Bakhuizen van den Brink
(1810-1865).
| |
[pagina 80]
| |
Felicitatie bij Beynen Ga naar voetnoot275 die met Bakhuyzen v.d.B. in de Mathesis getenteerd is, en met hem 't jus docendiGa naar voetnoot276 heeft gekregen. Theegedronken bij Zubli,Ga naar voetnoot277 met Kneppelhout en Pluygers . 't Viel zoo uit dat terwijl Zubli op den duur met Kneppelhout discoureerde, Pluygers en ik elkander onderhielden. 't Ging over de echte uitspraak van het Hollandsch, volgens een stellig en wijsgeerig inzicht in de taal. Die Willem Pluygers Ga naar voetnoot278 ziet, ziet geen echt Hollandsch type, maar wel iemand die al het uiterlijk heeft van buitengewoon en geniaal te zijn. Inderdaad het is te bejammeren, dat met een gelaat als het zijne van den hemel gekregen hebbende, geen dichter, schilder, of eenige andere der schoone kunsten toegeheiligd is. Die physionomie is zeker niet wat men schoon kan noemen, maar moet iedereen treffen en behagen. In de oogen een buitengewone gloed. Ravenzwart haar. Bruine tint. Hoog en vooruitpuilend voorhoofd. De mond zeer bijzonder gevormd. Niet groot van persoon, breed in de schouders; de taille fijn en lest. Metterdaad is hij intellectueel ver boven 't gewone; vlug en scherpzinnig, fijn en juist van oordeel; een schat van algemeene kennis; zonder eenigen eigenwaan. Een blokker is hij niet; eerder het tegendeel. |
|