Leiden, maandag 17 maart 1834
Leiden 17 M
t
Met
Hasebroek
geredetwist over de betrekkelijke waarde der Schilderkunst met de andere
Fraaie Kunsten.
Hasebroek heeft geen gevoel voor de Schilderkunst, en, om dat
te kunnen goedpraten, wil hij ze laagzetten, en zulks in vrij sterke termen, die
mij hinderden; want ik heb groote achting voor 't penseel. Ik wil er nooit meer
met Hasebroek over spreken.