Nog eens najaarsbladen. Gemengde gedichten, 1880-1884(1884)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 141] [p. 141] Mij dunkt daar klopt geen jonger hart. Mij dunkt, daar klopt geen jonger hart In iemands borst dan 't mijn, Ofschoon ik oud en ouder werd En duf en suf kon zijn. Nog niets ter wereld laat mij koel, En altijd voel ik wat ik voel Nog even sterk en fijn. Een lief gelaat, een zoet geluid, Een vriendlijk oogenpaar Werkt nog in mij niets anders uit Dan voor ruim vijftig jaar; Op d' aanblik van waarachtig schoon, Op 't hooren van een hartetoon, Trilt nog dezelfde snaar. Schoon hij zijn helder hoofd behoudt En weinig krachts verliest, Die man wordt oud, wiens hart verkoudt, Wiens zielsgevoel bevriest; Ook, die ontijdig zich onttrekt Aan wat de jeugd des harten rekt En 't heilig vuur tot voedsel strekt; Die oud te zijn verkiest. 1883. Vorige Volgende