As unto the bow the chord is,
So unto the man is woman,
Though she bends him, she obeys him,
Though she draws him, yet she follows,
Useless each without the other.
Longfellow,
The song of Hiawatha.
De vrouw is voor den man, wat voor den boog, de pees,
Zij buigt hem, maar gehoorzaamt hem;
zij trekt, maar dient hem steeds.
Te zaam een nuttig paar,
Is zij niets zonder hem, en hij niets zonder haar.