Nog eens najaarsbladen. Gemengde gedichten, 1880-1884(1884)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 46] [p. 46] Geld. ‘Tijd is geld, en geld is 't al In dit aardsche jammerdal; 't Is voor 't geld slechts dat wij leven. Zij dan ieder ademtocht Tot den diersten prijs verkocht, En er nimmer aan gedocht, Iets omniet te geven. Geld is 't al, en tijd is geld; Rijk zijn is bonorum summum. Carpe diem! Carpe nummum! Hora ruit! 't Leven snelt! Tel uw dagen, tel uw geld! Sine lucro nulla dies! Ante mortem nulla quies! Zij het leven lang of kort, Best leeft die er rijkst in wordt.’ Dit, als iets het heeten mag, Dit is 't liedje van den dag, Onder hoog- en laaggeboren. 't Wordt gezongen zacht of luid; En de handen brengen 't uit, Poogt men 't in de keel te smoren. 1881. Vorige Volgende