Najaarsbladen. Gemengde gedichten, 1874-1880(1881)–Nicolaas Beets– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 141] [p. 141] Τό γὰϱ γϱὰμμα ἀποϰτείναι Τὸ δε πνεῦμα ζωοποιεῖ. 2 Cor. 3.6 ‘De letter doodt; de Geest maakt levend’. - Ja, voorzeker. Maar ook de Letter, waar gij dit in leest? ‘De Geest maakt levend.’ Maar, mijnheeren, welke Geest? De ‘Geest des tijds’ toch niet, die tegenspreker Van al wat geestlijk is, met dit besluit: ‘Niets leeft er dan de stof, en daarmeê uit!’ Vorige Volgende