Madelieven(1869)–Nicolaas Beets– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 175] [p. 175] Goedheid. Wie wordt door elk bemind? Wie wint Het hart, op 't eerst aanschouwen? Het vriendlijk oog, het goed gelaat, De glimlach, die een hart verraadt, Oprecht en zonder vouwen. Dat schoon, dat schooner is dan schoon, Doet ieders hart ontgloeien. Een koude schoonheid roert ons niet; Maar deze wekt eens dichters lied, En kan een grijsaard boeien. Vorige Volgende