Madelieven(1869)–Nicolaas Beets– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 152] [p. 152] Aan een reiziger naar overzee, tot afscheid. πίστος ἐν ϰαϰοις ἀνηρ ϰρεισσων γαληνης ναυτιλοισιν είσορᾳν. Euripides. ‘Een trouwen vriend in 't oog te staren, Doet onzen boezem meerder goed, Dan de aanblik der gestilde baren, Als weer en wind heeft uitgewoed.’ Maar zoo ons oog den blik ontmoet Van Hem, wiens wenk de zee bedaren, Den storm zich nederleggen doet, - Laat bruisen 's levens hooge vloed! Wij weten in wiens schuts wij varen: Zijne is een liefde, die behoedt. Vorige Volgende