Madelieven(1869)–Nicolaas Beets– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 134] [p. 134] Avondregen. Ei, wat tikt daar aan de ruit? 't Venster opgeschoven! Ruischt er englenwiekgeluid Over veld en hoven? Neen, uit donkre wolken, vliet Afgebeden zegen. Zie, hoe zacht hij 't loof begiet! Wees verwelkomd met een lied, Lieflijke avondregen! Drukkend hing, den ganschen dag, 't Zwerk met looden zwaarte; Zwanger van den donderslag, Dreigde 't wolkgevaarte. Menig onzer zag den nacht [pagina 135] [p. 135] Met bezorgdheid tegen; Maar geen onweer, dat hij bracht; Slechts uw laafnis, koel en zacht, Smeltende avondregen! Zorgzaam wischt uw helder nat 't Stof van blad en twijgen; Alles blinkt weer, gaaf en glad; Dankbre walmen stijgen. Hoor! de nachtegaal vangt aan, Zingt langs veld en wegen! Heerlijk klinkt zijn krachtig slaan Door uw klettren op de blaân, Ruischende avondregen! Ware ook ik, te dezer stond, Struik, of bloem der weiden, O Hoe dronk ik mij gezond, Na zoo lang verbeiden! O Hoe strekte ik ieder blad, Ieder blaadje u tegen, En verzwolg uw paarlend nat, Drop voor droppel, spat voor spat, Kostlijke avondregen! [pagina 136] [p. 136] Hoe verkwiklijk en hoe frisch Is nu 't ademhalen! Alles voelt uw lafenis, Milde regenstralen! Wat verkwijnde komt weer bij, Heeft zijn kracht herkregen; Alle geuren maakt gij vrij; Alle boezems opent gij, Toovrende avondregen! Wat, wat komt er even zoet, Even mild gevloten? Tranen, in een stroef gemoed, Veel te lang besloten. Maar ten laatste voelde 't hart Zich te diep bewegen, En een vloed van tranen werd Troost en heulsap voor de smart, Als een avondregen! Wat is u nog meer gelijk, Onder 's Hemels gaven? 't Godswoord, dat genadiglijk 't Dorstig hart komt laven; [pagina 137] [p. 137] Dat de dorre zandwoestijn Als een roos doet bloeien, Barre rotsen groen doet zijn, En voor elke zielepijn Balsem uit laat vloeien. Ritsel voort dan, doe nog steeds Grooter weldaan leken, Schoon ook enkle sterren reeds Door het wolkfloers breken; En wanneer wij, wel te moê, Zijn ter rust gezegen, Tokkel van de vensterroê Ons een wiegedeuntje toe, Vriendlijke avondregen! Gerok. Vorige Volgende