Korenbloemen(1853)–Nicolaas Beets– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 128] [p. 128] Eenvoud. Wat elk behaagt op d' eersten blik En aantrekt op den duur, Is Eenvoud warsch van kwik en strik, Is Eenvoud en Natuur. De Schoonheid spot met elk sieraad, De Waarheid evenzeer, Zoo 't eerbaar hart het reeds versmaadt, Het vrome des te meer. De wareld heeft haar mommery Zoo noodig als haar geld: Een reine ziel is vrank en vrij, En treedt in 't open veld; [pagina 129] [p. 129] En laat zich tot den bodem zien, Gerust en zonder schrik, Maar let op onbescheiden liên, En weert ze met een blik. Haar valt de zegen Gods ten deel, Dat 's alles wat zy vraagt, En voorts bekreunt zy zich niet veel Wien ze al of niet behaagt. Toch rust op haar, met stille vreugd En zachten liefdegloed, Het oog van ouderdom en jeugd, Die 't Schoon vereert in 't Goed'. Vorige Volgende