Gedichten. Nog eens winterloof en Dennenaalden

De vloot-revue op de Zuiderzee.
3 Aug. 1900.

Hoe vroolijk gaat de feestdag in

Der brave Visscherlieden,

Bedacht hun jonge Koningin

Een schouwspel aan te bieden!

De Zuiderzee, wel vaak bedreigd,
Maar tot verdwijnen ongeneigd,

Moet voor Hare oogen krielen

Van hun veelhonderd kielen.

Daar klopt, in hooge of lager staat,

Bij die ons erf bewonen,

Geen hart dat Nederlandscher slaat,

En 't vriendlijker wil toonen.

Zij mint den grond, de lucht, de zee,
De taal, zij deelt in 't wel en wee

Van 't volk in alle standen

Der ‘lieve Nederlanden’.

[p. 245]

 

Den Visscher heil! Zijn kloek bedrijf,

 

Zijn dag- en nachtlijk pogen,

 

Zijn eerlijk hart in 't stoere lijf

 

Zijn kostlijk in haar oogen.

 

Zij weet hoe 't ‘machtig Amsterdam’

 

Van Visschershutten aanvang nam,

 

Wat schatten, groot van waarde,

 

Vanouds het Vischnet gaarde.

 

 

 

Zij, zoo beminlijk als bemind,

 

Verstoot geen Visschers bede;

 

Ze aanvaardt ze, vraagt naar weer noch wind,

 

Maar brengt haar zonschijn mede.

 

Zij komt, haar Moeder aan haar zij,

 

Een gave Gods aan 't Land als zij -

 

Lang moog de Hemel sparen

 

Die goed- en wijsheid paren!

 

 

 

Geknal, gejubel, heilgeroep

 

Zich kruisen en vermengen

 

Op 't naadren van de Koningsloep.

 

Die haar aan boord zal brengen.

 

Zij stijgt op 't vaartuig, dat haar wacht

 

Getrouwe Buyskes! voer haar zacht

 

En veilig over 't water,

 

Bij 't luid Hoezeegeschater!

 

 

 

't Hoezeegeschater, 't Wellekom,

 

't Gewuif, het halzenrekken

 

Van 't Visschers man-, vrouw-, kinderdom

 

Op volgepropte dekken

 

Van bodems van verscheiden naam

 

En oord, Noord, Oost, West, Zuid, al saam

 

Vol menschen, die verlangen

 

Een groetjen op te vangen.

 

 

 

Een groetje, een knikje, een handgebaar,

 

Een glimlachje uit de verte?

 

Neen, brave Visschers, meer voorwaar

 

Heeft zij voor u in 't harte!

 

Zij komt, die eer in U gegund,

 

Bij u, bij u aan boord! Gij kunt,

 

Met kinderen en vrouwen,

 

Haar van nabij aanschouwen.

[p. 246]

 

Kom Antje en Aaltje, treedt vooruit,

 

Uw ruikers aangedragen!

 

Kom Stijntje en Trijntje, geeft geluid

 

En antwoord op haar vragen!

 

Verwint uw schroom, spreek blij en vrij!

 

Uw Sjoerd, uw Symen staan er bij,

 

De hoeden afgetogen,

 

Een heldre traan in de oogen.

 

 

 

Slechts enklen valt die eer te beurt,

 

Maar in die enklen allen;

 

De Schouw dient niet te lang gesteurd

 

Voor vijftien honderdtallen!

 

Daar gaat zij aan van schuit tot schuit,

 

De lange rijen in en uit;

 

Ginds eeregroet en juichen,

 

Hier minzaam dankbetuigen.

 

 

 

Een schot! En nu! Wat nieuw gezicht,

 

Als van herwakend leven!

 

Alle ankers te gelijk gelicht,

 

Elk zeil in top geheven!

 

De vloot breekt op; de vloot zeilt uit;

 

De Visscherschap zal tot besluit,

 

Vorstinnen! voor uw oogen

 

Haar Zeemanschap betoogen.

Aanteekeningen.

4de Couplet:

haar zonschijn. Zelden wordt, bij gelegenheden als deze, het geloof aan ‘het Oranjezonnetje’ beschaamd. Ook ditmaal niet. De lucht was den geheelen voormiddag bedekt gebleven. Om één uur, als de Koninginnen de Buyskes naderden, brak de zon door de wolken.

5de Couplet:

geknal. Salvo's van de aanwezige torpedo-booten en sloepen. Getrouwe Buyskes. Hr. Ms. Buyskes, te dezer gelegenheid als ‘Opnemingsschip’ aangewezen, dus genaamd naar den voortreffelijken Adriaan Arnold Buyskes, Schout-bij-nacht; gedurende een halve eeuw (1788-1838) in opklimmende rangen, onder de elkander opvolgende regeeringen tot gewichtige diensten geroepen, het Vaderland getrouw; onvergetelijk door zijn zoo krachtig als humaan dempen van den bloedigen en gevaarlijken opstand in de Molukken, 1817.

6de Couplet:

bodems van verscheiden naam. Botters, Blazers, Tjotters. en oord; immers van alle kusten en eilanden van de Zuiderzee.

[p. 247]

9de Couplet:

Slechts enklen. Een vijftal, maar uit vijf verschillende groepen gekozen, en vertegenwoordigers van de vijf onderscheidene takken der Zuiderzee-vischvangst.

eeregroet. Salueeren, door het een of meermalen op- en nederhalen van de in top gevoerde vlag.

10de Couplet:

Een schot. Sein-kanonschot van een van Hr. Ms. marineschepen.