Gedichten. Nog eens winterloof en Dennenaalden
(1904)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend
[pagina 239]
| |
God regeert.Een Psalm, een Lied, als den Engelschen legermachten in Zuid-Afrika, in éene week, drie groote nederlagen door Transvalers en Vrijstaters waren toegebracht. (Magerfontein, Stormberg, en Colenso).God regeert, hij sterkt en staat
Aan der Godgetrouwen zijde;
Dat zich de aarde in 't rond verblijde
Met een onbewolkt gelaat!
Die een eerlijk zwaard ontbloot,
Met op Hem gevestigde oogen,
Kent en ziet hij uit den hoogen,
Hoort hij, helpt hij; God is groot
Blijf, hardnekkig Albion!
Duizend legioenen zenden:
't Recht, dat gij volhardt te schenden,
Schittren het als de zon!
't Zij ze weinig zijn of veel,
Die den Heer ten kampstrijd dagen,
Nederlagen, nederlagen
Zijn hun onverbidbaar deel.
Volken afgedwaald van God
Tot den dienst van valsche goden,
Keert tot Hem en zijn geboden.
Kent zijn gangen, weegt uw lot!
Voor zijn aanzicht zal bestaan
't Volk dat wandelt in zijn wegen.
Hij verdoet die onrecht plegen,
Met hen zal hun naam vergaan.
En gij Machten op den troon,
Wijzen in uw kabinetten,
Schuw aan gruwlen perk te zetten,
God en menschlijkheid ten hoon,
Prijst uw wijsheid, spaart uw kroon!
Zwijgt, zit stil, laat gaan, als toen
Turksche sabels Christnen slachtten;Ga naar voetnoot1)
Moed, gesterkt door Hooger krachten,
Heeft uw bijstand niet van doen.
| |
[pagina 240]
| |
Maar als God de vierschaar spant,
Wat, bij 't wagglen van de tronen,
Zal u voor zijn oog verschoonen,
Wie u redden uit zijn hand?
De ingehouden gramschap zal
Des te schriklijker ontwaken,
En uw eer- en plichtverzaken
Straffen met te dieper val.
December 1899.
|
|