Gedichten. Nog eens winterloof en Dennenaalden(1904)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 237] [p. 237] De boeren. Zult gij een ijdle wereld leeren Wat Godsbetrouwen zegt, Gij strijders in de kracht des Heeren Voor vrijheid, erf en recht; Klein volk van ploegers, herders, jagers, Gelasteid en veracht Door uw hooghartige belagers, Gerust op overmacht? Gij, in hun oog nog half barbaren, Alleen verdelging waard, Maar Heldenkroost van Martelaren, Niet van hun bloed ontaard, Gij predikt Koningen en Volken, Hoe groot en machtig: Hij, Die zetelt boven lucht en wolken, Is machtiger dan gij. De God dier psalmen en kronijken, Daar onze ziel bij leeft, Zal nooit doen wanklen of bezwijken Die Hem zijn eere geeft. Op wagens, paarden, en op helden ‘Zij onze vijand stout, Maar wij, wij zullen de eer vermelden Van Hem die ons behoudt!’ Behoud hen, Heer der legermachten, Sta Godlijk aan hun zij, Verhoog hen, die Uw heil verwachten, Verplet hun weerpartij! Laat nog de stervende eeuw ervaren, Dat waar Ge in glans verschijnt, 't Boos opzet van geweldenaren Als rook en damp verdwijnt. 1899. 4 November. Vorige Volgende