Gedichten. Nog eens winterloof en Dennenaalden
(1904)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend
[pagina 200]
| |
Maar uw lieflijk blauw gaat bleeken,
Als de glans van 't goud verschiet;
Regenvlagen, zonnesteken -
En uw luister gaat te niet!
Dan ontwaakt een forscher leven
Tot een voller bládertooi,
Moe van sappen af te geven
Aan een al te vluchtig mooi.
Echter komt het nog eens kijken
Als de herfstzon u belonkt
En, met weinige u gelijken,
Tot een tweeden bloei ontvonkt;
Glimlach, eer de stormtijd nadert,
Die het eerst ons 't liefste rooft,
Glimlach tusschen veeg gebladert,
Die herinnert, en belooft.
|
|