Aan de groot-hertogin van Saksen.
Op het eerste blad van het Album, ten geleide van het Nationaal
Nederlandsch Huldeblijk der Groot-Hertogin aangeboden op H.D. Gouden
Bruiloftsdag. 8 October 1892.
Verknocht aan 't Huis, waaruit Gij zijt gesproten,
Aan U verknocht door liefde en dankbaarheid,
Op d'eernaam fier van Uwe landgenooten,
En deelende in de vreugde Uw hart bereid,
Komt U het Volk eerbiediglijk begroeten,
Waarvan Ge U 't hart door weldaân hebt verpand,
En legt zijn feest- en eerkrans aan Uw voeten,
Groot-hertogin, Prinses van Nederland!
Driedubble kroon versiert U in zijn oogen,
De Vorstlijke, en de Gouden-Bruilofts-kroon,
En, met een gloor van 's Hemels gunst omtogen,
Een parelkrans van Deugden, rein en schoon.
God moge 't hoofd, het dierbaar hoofd bewaren,
Dat, dus gekroond, zich tot aanbidden buigt
En danken voor die Vijftig Huwelijksjaren,
Wier schoonheid van Zijn goedheid heeft getuigd!
Groot-Hertogin! blijf lang den troon versieren,
Van dien Gij eert en liefhebt als Gemaal,
En aan Zijn zij nog menig Feestdag vieren,
Waarin de vreugd van heden zich herhaal;
En steeds, Prinses! steeds even zeker, weten
Dat plaats noch tijd den band der liefde krenkt,
En hebt Gij nooit het Vaderland vergeten,
Dat Vaderland U trouw blijft en gedenkt!
Zie 't U nog vaak op Sorg-vliet tot zich komen,
Waar 't Haagsche hart zijn lieve zeelucht aâm,
Met geuren van de eerwaarde Oranjeboomen,
Ons dierbaar om hun herkomst en - hun Naam!
Hun herkomst; Uit de oranjerie van den Stichter van Sorg-vliet, Jacob Cats.]
|
|