Gedichten. Nog eens winterloof en Dennenaalden(1904)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 101] [p. 101] Aan een tachtigjarig vriend, met nog altijd ongewapende oogen. Het schoolkind, tot Bewaring van 't gezicht, De jonglingschap, bij zwaren Studieplicht, En de ouden, om Verduistring van het licht Der oogen, dragen brillen, sterker, zwakker; Maar Gij, omringd van een Gebrild Euroop, Vervolgt, steeds zonder bril, uw levensloop; Uw blik blijft vast en wakker; En vriendlijk ook, gelijk dat vriendlijk hart, Dat deelneemt in ons aller vreugd en smart, En u den Dood, door vrees noch zorg benard, Doet onder de oogen zien als een vertrouwden makker. 10 Oct. 1891. Vorige Volgende