Ter plechtige begroeting van H.M. de Koningin-Regentes met H.M. Koningin Wilhelmina
in de Nieuwe Kerk te Amsterdam, 27 Mei 1891.
Zooals de coupletten hier gegeven worden, waren zij voor deze heuglijke gelegenheid, in voldoening aan de vereerende opdracht van den Heer Burgemeester der hoofdstad en de door hem ingestelde Feestcommissie, geschreven. Men vond echter beter de laatste twee te vervangen door couplet 1, 2 en 5 van het Lied: ‘Nu Riddertrouw gezworen’ enz. vroeger door mij geschreven (zie hiervóór blz. 54), nu voor een afzonderlijk nummer op het programma aan de hand gedaan en waarop de verdienstelijke Componist Bernard Zweers zijne zinnen, en met uitstekend gevolg, naar ik geloof, ook reeds zijne noten gezet had.
Hoe klopt het hart, daar de oogen U ontmoeten,
Vorstinnen, ons zoo waard!
Aan schuldig' eerbied paart
Zich liefde en dank bij 't feestelijk begroeten.
[pagina 60]
[p. 60]
Lief Koningskind! te goeder uur geboren,
Om aan bewolkten trans,
Met liefelijken glans,
Gelijk een Ster van troost en hoop, te gloren!
Gij Koninklijke Vrouwe en Eer der vrouwen,
Regeerster vroom en vroed,
Wie met gerust gemoed
Een dankbaar volk den staf kan toebetrouwen!
Gij Dochtertje en Gij Moeder, Koninginne,
Die met den krans der Jeugd,
Dees met den glans der Deugd
Gekroond, en die wij beide om 't zeerst beminnen,
Aanvaardt den groet, het Welkom dat we u zingen,
Daar Ge onder ons verschijnt.
En elke wolk verdwijnt
Voor 't vriendlijk licht, waarmeê ge ons komt omringen.