Duisterheid.
Hoe luidkeels ook geprezen
Als zinrijk, pittig, fijn:
Die niet verstaan wil wezen,
Ik mijd hem, die door phrasen,
Verwrongen, vreemd en stroef,
'k Wil slechts van schrijvers weten,
Die, krachtig, klaar en kort,
Bij 't geen gelezen wordt
Zichzelven doen vergeten.
Hooft, volgens zijn Brieven, ‘kende er die de duisterheid voor de duitsheid verkoren, om te beter geesten te schijnen.