Gedichten. Nog eens winterloof en Dennenaalden(1904)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 37] [p. 37] Wij brengen onze jaren door als een gedachte. Ps. XC. 9b. ‘Wij brengen onze jaren, Als een gedachte door -’ Och of 't een goede ware en Wij in het rechte spoor! Hoe maklijk viel dan 't scheiden Van dit ons kort bestaan! Hoe zou ze ons voorbereiden Om 't eeuwige in te gaan! Maar goed uit kwaad te maken. Te beetren, nimmer moe, Wat we in onszelven wraken - Daar hoeft wat levens toe! Ook dan, als God almachtig Een nieuw beginsel gaf. - Mijn ziel! wees des indachtig! - Is nog de taak niet af. Mijn denken, mijn gevoelen, De stemming mijns gemoeds, Mijn wenschen en bedoelen Moet daaglijks op den toets. Den wortel na te delven Van wat er spruit en bot. Trouw omgaan met mijzelven En een alwetend God: Daarvoor zijn mij gegeven, Verlengd tot op dit uur, De jaren van mijn leven, Met al hun zoet en zuur. Hoe heb ik mij gekweten? Hoe dees mijn taak volbracht? O God! te vaak vergeten Wat steeds moest zijn bedacht. Vorige Volgende