Gedichten. Nog eens winterloof en Dennenaalden(1904)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 23] [p. 23] Redemta. God heeft u van uzelv' gered, Uw reedlooze' angst en zielsbeklemming Verdreven, en uw sombre stemming In moedig opzien omgezet; Nog eenmaal lacht u 't leven aan. De Heer heeft alles wèl gedaan. Als van een sterfbed opgeleefd, Als uit den vreemde weergekomen, Zijt ge in den kring weer opgenomen, Die juicht dat hij u weder heeft; Den kring van liefde, nooit verzaad Van 't weerzien van uw lief gelaat. Verzilverd is het vloeiend goud, Dat we om uw slapen golven zagen; Maar heel den glans der vroeger dagen Wordt op uw voorhoofd weer aanschouwd; Zoo vast uw blik, zoo klaar uw oog, Als of geen wolkje 't ooit betoog. Gelouterd kind van God! treed nu Al zachtkens verder op uw wegen; Het donker dal ligt achter u; De heldre bergtop straalt u tegen; En die u derwaarts opvoert, is Die licht schiep in uw duisternis. 1889. Vorige Volgende