Gedichten. Deel 3
(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend
[pagina 395]
| |
De wereld, die ik vlied en ducht,
Vervolgt mij, waar ik treed:
Gij dekt mijn aftocht en mijn vlucht,
Steeds tot mijn hulp gereed.
Die op zichzelven niets vermocht,
Wordt sterk, zijt gij nabij.
Mijn voorhoede en mijn achtertocht,
Zijt gij, mijn God! zijt gij.
|
|