Gedichten. Deel 3(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Hageroos. Mijn Hageroos, mijn bloem van 't veld! Daar groeit in koningshoven, Waar slaafsche zorg de bloemen giet. Zoo'n frisch, zoo'n vriendlijk bloempje niet, Als 't oog der liefde in u beziet En ieders lippen loven. Gij steekt niet uit door gloed of pracht, Maar streelt en steelt de harten. Laat waar zijn, wat men loflijks meldt Van bloemen, die men koopt voor geld: Mijn Hageroos, mijn bloem van 't veld, Kan al die pronksters tarten. Vorige Volgende