Gedichten. Deel 3(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Carpe diem. Waar 't leven van gemaakt is Zij kostlijk in ons oog! De vluchtige uren spoeden, Niets kan den tijd vergoeden, Die eenmaal ons ontvloog. Ontvloog ons goud en zilver, Waarop de wereld drijft, Schoon 't zuchten op doe stijgen, Het is nog weer-te-krijgen, Zoo ons de tijd maar blijft. Blijft hun de tijd maar over, Die rozen baren kan, Al keven goede vrinden, Zij kunnen 't nog weer vinden; Maar is hij om, wat dan? Dan als dat woord moet komen, Dat vreeslijk woord: te laat! Begint een leed te kwellen, Door niets ter zij te stellen, En waar geen troost voor baat. Vorige Volgende