Gedichten. Deel 3(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende In het Diaconessenhuis te Utrecht. De hemel doe zijn zegen dalen, Zijn gunst beklijv' Op dit Bethesda en zijn zalen, Veel meer dan ‘vijf’! Zijn Englen zende hij, zijn krachten, Tot hulp gereed, Voor hen, die hier genezing wachten, Uit ziekte en leed! En Jezus zelf doe, in hun midden, Zijn aanzijn kond, [pagina 352] [p. 352] En make er, op 't ootmoedig bidden, De ziel gezond! Men hoore er 't ruischen Zijner schreden, Als Troost en Baat Voor doffen geest en kranke leden Hier ommegaat! Men voel de aanraking Zijner handen, In 't zacht geduld, Dat daaglijks, binnen deze wanden, Zijn taak vervult! Men zie Zijn liefde in de aangezichten, Zoo blijde en stil. Van die hier moeilijk werk verrichten, Om Zijnent wil! Men smake er, bij de vele zorgen En zware taak, In bangen nacht en droeven morgen, Iets van den smaak, Der vreugde, die in 't hart zal stroomen, Als 't uur zal slaan, Waarin de Heer zal wederkomen, En zeggen: Zusters! wel gedaan! Vorige Volgende