Gedichten. Deel 4(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende ‘De Heer weegt de geesten.’ (Spr. XVI. 2.) Gij weegt de geesten, Heer! en de ongerechte wagen Zijn U een gruwel, die wij voeren in de hand. Wij echter wegen toe, en zonder eens te vragen: Heb ik van geesten en van wegen ook verstand? Vorige Volgende