Gedichten. Deel 4(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Aan een vrijdenker. Gij meent dat over u de meening is verspreid, Dat gij aan niets, volstrekt aan niets, meer zoudt gelooven. Wat argwaan heeft uw geest misleid? Geen lastertong, die ooit u de eer zal rooven, Dat gij gelooft aan uw voortreflijkheid. Vorige Volgende