Gedichten. Deel 4(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Bij de beeltenis van prinses Wilhelmina. Te goeder uur geboren Tot aller braven vreugd. Om van haar eerste jeugd Heel Neerland toe te hooren, Zal, moge 't God behagen, Dit vriendlijk aangezicht De kroon van Neerland dragen, Bestraald door 't vriendlijkst licht; Licht van Zijn hoogsten zegen En Onze trouwste min - Aanstaande Koningin, Hoe klopt ons hart u tegen! Geliefde Oranjespruite, Aan Emma's hand gekweekt, Dat niets de ontwikkling stuite, Die uit uw oogje spreekt. Vorige Volgende