Gedichten. Deel 4
(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend
[pagina 207]
| |
Een Christen metterdaad, zachtmoedig en grootmoedig,
Bescheiden, maar met waardigheid;
Een hart voor God, een hand in weldoen overvloedig,
Een mond, die niemand ooit gesmaad heeft of gevleid.
|
|