Gedichten. Deel 4(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Ernst. De toon van echten ernst is waardig, kalm en zacht; Niet hartontzettend zwaar, noch pijnlijk scherp in de ooren; Een middentoon, welluidend uitgebracht; Men kan er 't hart, waaruit hij komt, in hooren. Dat is zijn schoonheid en zijn kracht. Vorige Volgende